Fragmenten toneelteksten

[uit: “Alles dat Overblijft” 2022]

MAZDA
Op kweek kan een ster zo verteren.
Wat vind je? Lijkt aardig op die van jou, toch?
Maar er ontbreekt nog iets aan…
(beat)
Die pompoen is voor mij?
(beat)
Ben je Ziz of Rocc niet tegengekomen?
Ze hebben een pesthumeur. Heb je geluk gehad.

EL
Luister, je kunt dit niet zomaar maken.
Jouw voornemens zijn… ongerijmd.

MAZDA
Ongerijmd… Jij ziet er ongerijmd uit, El.
(beat)
Zeg, wanneer zagen we elkaar voor het laatst?
Het Djengis Khan-debacle, of niet?
Wat een turbulente tijd was dat.
(beat)
Wat valt er te onderhandelen, El?
Bovendien, het is een mooi plan.
Venus…
Tektonische platen…
bemm!…
Aarde…
Sswwwishh….
Spektakel!
…Wel jammer van je schorpioen, je vogelbekdier,
je reuzenmanta. Jouw hoogtepunten.
Je moet me excuseren.

EL
En mensen

MAZDA
(lachend)
Ja, mensen ja.

///

MAZDA
Nee Eloah, het zijn niet zijn sentimenten.
En daarnaast: wie – buiten jou – hoogacht kunst,
kent er waarde aan toe?
Niemand gelooft meer dat kunst een tragedie kan afwenden.
Dat vervoering je kan overkomen.
En wat is er toch mis met het einde? Ze komen hier,
in dit… sacrosanct,
waar alleen groene avonden bestaan,
diep uitgesneden dagen en liedjes die iemand droomt.
(beat)
Ik kan het genadebrood niet uitdelen.
Je moet dit verhaal uitzitten, El.
Er komt wel weer een nieuw.

____________________________________

[uit: “Na de Zonde” 2021]

DELMON
Het is een slechte gewoonte
(beat)
Is een mooi vak, toch, wat je doet?

LISETTE
Wat kan ik zeggen?
Er zijn dagen bij dat ze zo onberekenbaar zijn.
Het is de maatschappij in het klein:
uitsluiting, afpersing, irrationeel en soms
onverbiddelijk gewelddadig. Wat kinderen elkaar kunnen aandoen…
Al dan niet uit probleemgezin.
Maar het is gelukkig niet allemaal ellende.
Je ziet ook prachtige dingen: kinderen die voor elkaar
door het vuur gaan met een oprecht,
bijna naief gevoel van rechtvaardigheid.

DELMON
Je houdt van je werk.

LISETTE
Kijk mij nu; ik loop helemaal leeg tegen je. Excuus.

DELMON
Geen zorgen, hoor. Ik vertel niets verder.
(beat)
Ik ben bij mijn broer in dienst. Technische ondersteuning voor electra.

LISETTE
Het bevalt je?

DELMON
Waar ik vandaan ben gekomen is dit een zegen.

LISETTE
We dragen zo allemaal ons kruisje.
Vergeet niet mild te zijn.
‘s Morgens opstaan en naar ons werk gaan, dat is al genoeg prestatie.

DELMON
Dank je, dat had ik echt even nodig.

LISETTE
Graag gedaan. Je zou mijn zusje moeten bedanken. Zij geeft me sturing.

DELMON
Dank haar dan maar. Is ze veel jonger dan jij?

LISETTE
Ze is niet meer.

_________________________________

[uit: “Antwoorden” 2022]

J
Het gáát om jou.

N
Tunnelvisie…

J
…is de beste oplossing.

N
Een overdekt stuk weg. Met aan het einde een cirkel.
Het geeft licht.

J
Ik denk dat deze mensen wel weten wat een tunnel is.
Wat kijk je nu?

N
Haar wenkbrauwen.

J
Haar wenkbrauwen?

N
Ze zijn echt anders. Zo goed gelijnd. Zo… net.

J
Nette wenkbrauwen.

N
Het is een compliment, hé?

J
Die vrouw is getrouwd. Waarschijnlijk.
(gaat verder:) In deze wereld is het voornaam om de focus
te leggen op je eigen~~

N
Nou en? Ik zie ons wel samen oud worden.
Zij een mantilla, ik een stok.
Een beetje rondbanjeren in een museum.

J
Een museum?

N
Ja, zo’n plek met schilderijen en soms beelden en veel lampen waarbij~~

J
Ik weet wat een museum is. Wat bezielt je?

///

J
Wat een fiasco, dit…
Pottenkijkers.
Stop alles maar terug. Ik wil het niet meer zien.
Mijn God, ik zie eruit als een verslaafde.

N
Het spijt me dat je verdrietig bent.

J
Nee. Nee. Verdrietige mensen zijn vervelend.
Mensen die verdriet toe-eigenen. Elke ziel op aarde weet wat
verdriet is. Jezus. Verdriet is wat mensen het
meest met elkaar gemeen hebben.
Maar dan heb je types die doen alsof hun verdriet speciaal is.
Alsof het door Onze Lieve Heer aan hen geschonken is.
Het is niet van jou of mij.
…Deel die avocado’s maar vast uit.

N
Hey, Jol… We zijn misschien…

(stilte)

J
Ik heb je nooit verteld over mijn 2e vrouw. Acht jaar
geleden kwam ze op een dag thuis van werk. Ik had net
de herfstbladeren op het pad voor ons huis
weggeveegd. Het rook naar zoet deeg. Ze kwam terug
van een congres. Haar gezicht was een donderwolk.
Nee, een mist. Ze was met een vrouw geweest, dit biechtte ze
me meteen op. Ik geloof dat ik haar geduwd heb.
Een wasmand naar haar gegooid. Een lege.
Ik moest weten wie de boosdoener was. Ze zei niets.
Maar ze had een internationale collega met wie ze nauw
contact onderhield. Die woonde in Mönchen-Gladbach.
Stante pede stapte ik op mijn elektrische scooter,
vastbesloten daarheen te rijden.
De kortste route, dus via de snelwegen…
Het was uit een impuls, een overval van waanzinnige
woede. Dat duurde niet lang, want in het dorp moest
ik uitwijken voor een bestelbusje en knalde frontaal
tegen een blinde muur. De muur van de kapsalon.

N
En toen?

J
Niks toen. Dat is het einde van dit verhaal.

N
Dat is geen eind.

J
Het einde is dat ik een kogel wilde eten.

N
Dat klinkt als een ander verhaal. Maar toen ontmoette
je mij. En nu zitten we hier, toch?

J
Klop jij jezelf maar op je borst.